vernissen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·nis·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vernissen
verniste
gevernist
zwak -t volledig

Werkwoord

vernissen

  1. overgankelijk iets voorzien van een laag vernis
    • Het boekenkastje werd gevernist. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de vernissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vernis

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be