vermoedde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·moed·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vermoeden |
vermoedde
- enkelvoud verleden tijd van vermoeden
- Ik vermoedde.
- Jij vermoedde.
- Hij, zij, het vermoedde.
- Ik vermoedde.
vervoeging van |
---|
vermoeden |
vermoedde