verkrijg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·krijg

Werkwoord

vervoeging van
verkrijgen

verkrijg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkrijgen
    • Ik verkrijg. 
  2. gebiedende wijs van verkrijgen
    • Verkrijg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkrijgen
    • Verkrijg je?