verkeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·keer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkeren |
verkeerden
- meervoud verleden tijd van verkeren
- Wij verkeerden.
- Jullie verkeerden.
- Zij verkeerden.
- Wij verkeerden.