vergissinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·gis·sin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van vergissing met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het vergissinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vergissing