vergenoegd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergenoegd (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ge·noegd
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘weltevreden’ voor het eerst aangetroffen in 1601 [1]
- vervoeging van vergenoegen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vergenoegd | vergenoegder | vergenoegdst |
verbogen | vergenoegde | vergenoegdere | vergenoegdste |
partitief | vergenoegds | vergenoegders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vergenoegd [3]
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | vergenoegen… |
verbogen vorm: | vergenoegde |
vergenoegd
- voltooid deelwoord van vergenoegen
Gangbaarheid
- Het woord vergenoegd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergenoegd" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "vergenoegd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vergenoegd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be