verdraait

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·draait

Werkwoord

vervoeging van
verdraaien

verdraait

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdraaien
    • Jij verdraait. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdraaien
    • Hij verdraait. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdraaien
    • Verdraait!