verdraaide
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdraaide (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·draai·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verdraaien |
verdraaide
- enkelvoud verleden tijd van verdraaien
- Ik verdraaide.
- Jij verdraaide.
- Hij, zij, het verdraaide.
- Ik verdraaide.
- verbogen vorm van verdraaid, voltooid deelwoord van verdraaien
Bijvoeglijk naamwoord
verdraaide
- verbogen vorm van de stellende trap van verdraaid