verdraaid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·draaid
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verdraaien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: verdraaien…
verbogen vorm: verdraaide

verdraaid

  1. voltooid deelwoord van verdraaien

Tussenwerpsel

verdraaid

  1. (krachtterm) uitroep van verbazing en ergernis
    • Verdraaid! Dat zal toch niet waar zijn! 
stellend
onverbogen verdraaid
verbogen verdraaide
partitief verdraaids

Bijvoeglijk naamwoord

verdraaid

  1. (krachtterm) uitdrukking van afkeer, ergernis, soms ook speels als waardering bedoeld
    • Heeft die verdraaide bengel me toch nog mat gezet! 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be