verdenken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·den·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verdenken
verdacht
verdacht
zwak -cht volledig

Werkwoord

verdenken

  1. overgankelijk iemand ~ van: van iemand een kwaad vermoeden hebben
    • Zij verdenken hun buurjongen van het maken van krassen in hun auto. 
Synoniemen
  • aankijken op
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • verdenken van
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be