vercijfert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vercijfert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·cij·fert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vercijferen |
vercijfert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vercijferen
- Jij vercijfert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vercijferen
- Hij vercijfert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vercijferen
- Vercijfert!