veld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veld
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘akker, vlakte’ voor het eerst aangetroffen in 802 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord veld velden
verkleinwoord veldje veldjes

Zelfstandig naamwoord

het veldo

  1. een open, onbebost, grotendeels vlak stuk land
    • Er vloog een kiekendief over het veld. 
     Ik zette mijn tent op een afgelegen veldje op.[3]
  2. (sport) een stuk land dat speciaal voor het bedrijven van een veldsport gereedgemaakt is
    • De speler werd na die overtreding het veld uitgestuurd. 
  3. akker
  4. (natuurkunde) (elektrotechniek) ruimte waarbinnen een kracht of een stelsel van krachten werkt of kan werken
  5. vakgebied, werkgebied
  6. plaats van onderzoek
  7. (spel) vak op een (speel)bord
    • Een schaakbord heeft 64 velden. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Veld winnen
Steeds belangrijker worden
  • Het veld behouden
  • Het veld ruimen
Vertrekken om plaats te maken voor een ander
  • In geen velden of wegen te bekennen/zien zijn
Helemaal nergens te vinden zijn
  • Uit het veld geslagen zijn
Helemaal van streek zijn
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen