vaporiseren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaporiseren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- va·po·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse vaporiser (met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vaporiseren |
vaporiseerde |
gevaporiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vaporiseren [1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vaporiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vaporiseren" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %