vakverbond
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vakverbond (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vak·ver·bond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vak en verbond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakverbond | vakverbonden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het vakverbond o
- overkoepelende organisatie van afzonderlijke vakbonden
- Het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) en het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV) gingen in 1976 samenwerken in de Federatie Nederlandse Vakverbonden (FNV).
Gangbaarheid
- Het woord vakverbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.