vakantieoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·kan·tie·oord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vakantie en oord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantieoord | vakantieoorden |
verkleinwoord | vakantieoordje | vakantieoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het vakantieoord o
- een verblijf waar men vakantie kan houden
- Een vakantieoord noemt men ook wel resort om het meer alure teven zoals bijvoorbeeld Themepark & Resort Slagharen.
Gangbaarheid
- Het woord vakantieoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vakantieoord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be