urgentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ur·gen·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord urgentie urgenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de urgentiev [3]

  1. dringende noodzaak
    • Dit is een zaak van enige urgentie. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen