ultrasonisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ul·tra·so·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ultrasonisch ultrasonischer
verbogen ultrasonische ultrasonischere
partitief ultrasonisch ultrasonischers -

Bijvoeglijk naamwoord

ultrasonisch

  1. met (betrekking tot) hoge geluidsfrequenties, groter dan 20.000 hertz, die voor de meeste mensen niet hoorbaar zijn
     Kitano had geld nodig, want zijn kliniek had evenals de meester Japanse medische instellingen de laatste tijd zwaar geinvesteerd in moderne technische snufjes, zoals instrumenten voor ultrasonisch inwendig onderzoek.[1]
Synoniemen
  1. ultrasoon

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 juli 2023 Weblink bron
    Karel van Wolferen
    “Artsen Japans nieuwe miljonairs via fraude en onnodige operaties” (29 december 1980) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be