ultrasonisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ultrasonisch (hulp, bestand)
- IPA: / ˌʏltraˈsonis / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ul·tra·so·nisch
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels ultrasonic (met het achtervoegsel -isch)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ultrasonisch | ultrasonischer | |
verbogen | ultrasonische | ultrasonischere | |
partitief | ultrasonisch | ultrasonischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ultrasonisch
- met (betrekking tot) hoge geluidsfrequenties, groter dan 20.000 hertz, die voor de meeste mensen niet hoorbaar zijn
- ▸ Kitano had geld nodig, want zijn kliniek had evenals de meester Japanse medische instellingen de laatste tijd zwaar geinvesteerd in moderne technische snufjes, zoals instrumenten voor ultrasonisch inwendig onderzoek.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ultrasonisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ultrasonisch" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Karel van Wolferen“Artsen Japans nieuwe miljonairs via fraude en onnodige operaties” (29 december 1980) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -isch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %