uitgesproken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·spro·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitspreken…
verbogen vorm: uitgesprokene

uitgesproken

  1. voltooid deelwoord van uitspreken
  2. attributief gebruikt: van een mening dat deze heel duidelijk is
     Het was soms verrassend te ontdekken wat ik nou echt van een onderwerp vond, net zoals de ontdekking dat ik over een aantal onderwerpen ook helemaal geen uitgesproken mening had.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be