uitgeblust

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ge·blust
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitblussen…
verbogen vorm: uitgebluste

uitgeblust

  1. voltooid deelwoord van uitblussen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen uitgeblust uitgebluster (uitgeblustst) *
verbogen uitgebluste uitgeblustere (uitgeblustste) *
partitief uitgeblusts uitgeblusters -

Bijvoeglijk naamwoord

uitgeblust

  1. alle moed en zin verloren hebbend
    • Hij maakt zo'n uitgebluste indruk, wat is er toch met hem? 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest uitgeblust(e)" worden gebruikt. [1] [2]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be