uiteenzetten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·een·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uiteenzetten
zette uiteen
uiteengezet
zwak -t volledig

Werkwoord

uiteenzetten

  1. overgankelijk een verklarende uitleg van iets geven
    • Hij nam de moeite de gedachten achter zijn beleid tot in aanzienlijke bijzonderheden uiteen te zetten. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
uiteenzetten

uiteenzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uiteenzetten
    • ...dat wij uiteenzetten. 
    • ...dat jullie uiteenzetten. 
    • ...dat zij uiteenzetten. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be