uitbeelding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbeelding (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·beel·ding
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van uitbeelden met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitbeelding | uitbeeldingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de uitbeelding v
- iets dat weergeeft wat zintuigelijk niet waarneembaar is
- ▸ Een hiëroglief, zei de retor, is de uitbeelding van iets dat niet zintuiglijk waarneembaar is, en dat eigenschappen bezit die gelijk zijn aan die van het uitgebeelde.[2]
- ▸ "Dat is een beetje wat er mis is in ons land op dit moment: hooggeplaatste individuen proberen verdeeldheid te zaaien, door te doen alsof deze discussie over onze vlag gaat, alsof de vlag iets anders is dan wat het echt is - dat wil zeggen een uitbeelding waar wij voor staan: diversiteit, vreedzaam demonstreren, het recht op vrijheid van meningsuiting. Het is eigenlijk ironisch."[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uitbeelding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron Maarten Kolsloot“In glamourwereld NBA blijft Kerr de geëngageerde topcoach” (31-05-2018), NOS