twitteren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twit·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
twitteren
twitterde
getwitterd
zwak -d volledig

Werkwoord

twitteren

  1. twinkelend schitteren
  2. schetterend zingen van vogels
  3. (informatica) (media) actief gebruik maken van de internetdienst X, vroeger Twitter geheten
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen