tweekamp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·kamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweekamp tweekampen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de tweekampm

  1. (sport) reeks van wedstrijden tussen twee personen
  2. (formeel) tweegevecht

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen