tuimeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tui·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van tuimelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuimeling | tuimelingen |
verkleinwoord | tuimelingetje | tuimelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de tuimeling v
- een val gecombineerd met een draai
- De vierde uitvaller is Made in Chelsea-ster Mark-Francis Vandelli (26) die zijn enkel heeft gebroken na een tuimeling in de sneeuw.[2]
- Ze zit drie maanden in een zogenaamd Halovest, een harnas dat het hoofd op zijn plaats houdt, om te herstellen van haar nachtelijke tuimeling. ,,Gelukkig heb ik er uiteindelijk niets aan overgehouden, zegt Geke opgelucht. ,,Ja, je ziet de littekens van de schroeven in mijn voorhoofd nog.[3]
- plotselinge heftige daling
- De Amerikaanse president Donald Trump ontkende via Twitter een handelsoorlog te voeren. Van die sussende woorden trokken beleggers zich evenwel weinig aan. Grote exporteurs naar China maakten een flinke tuimeling op de beurs. Aandelen van vliegtuigbouwer Boeing, machinefabrikant Caterpillar en de autoconcerns Ford, General Motors (GM) en Fiat Chrysler verloren in de eerste handelsminuten tot bijna 4 procent.[4]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tuimeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuimeling" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 11-01-2017 Weer uitvaller skishow The Jump na enkelbreuk
- ↑ Tubantia David van der Heeden 24-01-2018 Slaapwandelende Geke positief na gebroken nek: Alles doet het nog
- ↑ Reformatorisch Dagblad 04-04-2018 Zorg handelsconflict zet Wall Street lager
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be