trekvaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trek·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trekvaart trekvaarten
verkleinwoord trekvaartje trekvaartjes

Zelfstandig naamwoord

de trekvaartv / m

  1. (scheepvaart) een oorspronkelijk voor vervoer per trekschuit gegraven kanaal met bij behorende voorzieningen als jaagpaden en rolpalen
    • Nee, langs de trekvaart kom je nu geen scheepsjagers meer tegen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be