trams
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trams
Zelfstandig naamwoord
de trams mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tram
Synoniemen
Engels
Zelfstandig naamwoord
trams mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tram
Werkwoord
trams
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) tram