toetje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • [A] toe·tje
  • [B] toet·je
Woordherkomst en -opbouw
  • [A]: toe met het achtervoegsel -tje
  • [B] toet met het achtervoegsel -je
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord toetje toetjes

Zelfstandig naamwoord

[A] het toetjeo

  1. dim. tant. (voeding) het gerecht waarmee een maaltijd kan worden afgesloten.
     Als toetje nam ik twee ibuprofen-pillen om de pijn in mijn voeten te verdoven en ik kroop met vermoeide benen in mijn slaapzak.[1]
     De foto werd gemaakt rond 21.15 uur lokale tijd. Op dat moment zat de Chinese president Xi elders in het gebouw te bekomen van het diner dat hij net had genuttigd met Trump. Caesarsalade vooraf, de keuze tussen tong of steak als hoofdgerecht en chocoladetaart als toetje.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

het toetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord toet
    1. gezichtje
    2. knotje in het haar

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Trump tijdens de aanval op Syrië, het verhaal achter de foto” (Zaterdag 8 april 2017, 11:47), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be