toekomstig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toekomstig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- toe·kom·stig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | toekomstig | toekomstiger | toekomstigst |
verbogen | toekomstige | toekomstigere | toekomstigste |
partitief | toekomstigs | toekomstigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
toekomstig
- van de tijd die komen gaat, wat nu nog niet bestaat, komend
- Ik wil graag naar mijn toekomstige huis kijken.
- ▸ Het STAP-budget is bedoeld om werkenden en werkzoekenden te stimuleren zich te laten om- of bijscholen. Wie aan de voorwaarden voldoet, kan een tegemoetkoming in de studiekosten ontvangen van maximaal 1.000 euro per jaar. Voorwaarde is wel dat de opleiding is gericht op huidig of toekomstig werk.[1]
Vertalingen
1. van de tijd die komen gaat
Gangbaarheid
- Het woord toekomstig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "toekomstig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “STAP-budget al binnen 2,5 uur op door stortvloed aan aanvragen” (01 juli 2022), NU.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be