tijdverlies
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdverlies (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɛitfərˌlis / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- tijd·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdverlies | tijdverliezen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het tijdverlies o
- getreuzel, onvoldoende voortgang maken
- duur dat een gewenste toestand uitblijft door onvoldoende voortgang
Antoniemen
- [2] tijdwinst
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tijdverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdverlies" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %