thermen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ther·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - thermen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de thermenmv thermen

  1. oude Romeinse publieke badinrichting
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen