terugslaan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terugslaan (hulp, bestand)
- IPA: / təˈrʏxslan / (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
- te·rug·slaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugslaan |
sloeg terug |
teruggeslagen |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
terugslaan
- overgankelijk met geweld beantwoorden
- overgankelijk met geweld terugdrijven
- overgankelijk met een mep in omgekeerde richting laten bewegen
- overgankelijk in een stand brengen waardoor iets wat erachter zat zichtbaar wordt
- onovergankelijk achteruit stoten, met kracht in omgekeerde richting bewegen
- onovergankelijkbetrekking hebben (in onderstaande uitdrukking)
Gangbaarheid
- Het woord terugslaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terugslaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %