territoir

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  territoir    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ter·ri·toir

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	territoir	territoirs territoiren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het territoir o

1. gebied dat behoort tot een bepaalde staat of overheid

   • De gemeentegrens loopt dwars door huizen en tuinen heen. Eerder deze week gaf Rhenen aan niet eenzijdig territoir te willen overdragen.  
   • Hoewel annexatie van de Westelijke Jordaanoever voor meer dan de helft van de Israëli’s problematisch is, geldt dit allerminst voor de Golanhoogvlakte. De volledige inlijving van dit gebied als Israëlisch territoir is niet alleen essentieel vanwege zijn natuurlijke bronnen, zoals het smeltwater van de Hermon, dat via de Jordaan Israëlische akkers bevloeit. Zeker zo belangrijk zijn de Israëlische veiligheidszorgen.  

Synoniemen

• ambtsgebied, staatsgebied, rijksgebied

Vertalingen

    1. gebied dat behoort tot een bepaalde staat of overheid   

Engels: territory (en)

Gangbaarheid

• Het woord territoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "territoir" herkend door:

67 %	van de Nederlanders;
76 %	van de Vlamingen.