termieten

Nederlands

Termieten kruipen over hun nest.

Uitspraak

• Geluid:  termieten    (hulp, bestand)
• IPA: / tɛrˈmitə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ter·mie·ten

Woordherkomst en -opbouw

•  termiet zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de termieten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord termiet

   ▸ Daar zag ik tot mijn verbazing duizenden termieten die in lange colonnes hun larven aan het evacueren waren vanwege mijn aanwezigheid.

2. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) een orde Isoptera  van op het land levende, kolonievormende insecten. Ze leven voornamelijk in tropische en subtropische gebieden, soms in gematigde streken of zeer hete omgevingen zoals woestijnen. Termieten leven niet in westelijke en noordelijke delen van Europa, het is de enige invloedrijke groep van insecten die daar niet voorkomt

   ▸ Het sociale gedrag van termieten is bijvoorbeeld al 145 miljoen jaar oud.

Hyperoniemen

• [2] kakkerlakachtigen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen

• [2] zie de categorie: Termieten in het Nederlands

Afgeleide begrippen

• termietenspecht
• termietenspecht

Afgeleide begrippen

• termietengast, termietenheuvel, termietenkolonie, termietennest, termietenpest, termietenstaat, termietenwoning

Gangbaarheid

• Het woord termieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.