tentakel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ten·ta·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vangarm’ voor het eerst aangetroffen in 1916 [1]
  • Afgeleid van het Engelse tentacle
enkelvoud meervoud
naamwoord tentakel tentakels
verkleinwoord tentakeltje tentakeltjes

Zelfstandig naamwoord

de tentakelm

  1. de verlengde flexibele organen die vele ongewervelde dieren hebben.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen