temperatuurcoëfficiënt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tem·pe·ra·tuur·co·ef·fi·ci·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van temperatuur en coëfficiënt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | temperatuurcoëfficiënt | temperatuurcoëfficiënten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (natuurkunde) de gevoeligheid van de elektrische weerstand van een materiaal voor schommelingen in de temperatuur (eenheid: kelvin−1)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'temperatuurcoëfficiënt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.