telefoonbeantwoorder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

analoge telefoonbeantwoorder
Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·foon·be·ant·woor·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telefoonbeantwoorder telefoonbeantwoorders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telefoonbeantwoorderm

  1. apparaat dat reageert op een telefoonoproep, een melding laat horen en een bericht van de beller kan opnemen
    • `Ik ben blij dat je het begrijpt. Ik dacht dat je er misschien niets van zou geloven, dus toen ik haar voor de derde keer terugbelde, heb ik de telefoonbeantwoorder ingeschakeld om het gesprek op te nemen.' Hij liep naar de telefoonbeantwoorder en rommelde een tijdje aan al de knoppen, want het was zo'n toestel dat door het blad Welke? de hemel in werd geprezen en bijna niet te gebruiken was zonder gek te worden. [1] 
    • De jaarlijkse barbecue is al weer een week gedoofd en in menig hoofdkantoor van aannemers in deze regio staat de telefoonbeantwoorder aan.[2] 
    • Hij wilde als grap de boodschap op iemands telefoonbeantwoorder veranderen. Zijn slachtoffer had een destijds hypermodern apparaat, dat je vanaf elke telefoon op afstand kon bedienen, mits je de geheime viercijferige code invoerde.[3] 
  2. iemand die te telefoon opneemt en de oproep beantwoordt
    • Studenten kunnen de stand van hun dossier opvragen via de Vlaamse Infolijn (0800-30203). De telefoonbeantwoorders hebben enkel toegang tot de gegevens die "niet privacy-gevoelig" zijn.[4] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Adams, Douglas Eoin Colfer
    Tot ziens en bedankt voor de vis [2010] ISBN 978-90-225-5615-3 pagina 129
  2. Tubantia 19-JULI-2008
  3. Volkskrant IONICA SMEETS 17 maart 2012
  4. de Standaard 23 MAART 2002 Guy Tegenbos