tegenpunt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·gen·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tegen en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenpunt | tegenpunten |
verkleinwoord | tegenpuntje | tegenpuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het tegenpunt o
- (sport) (doel)punt voor de tegenpartij
Gangbaarheid
- Het woord 'tegenpunt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.