tangentieel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tangentieel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tan·gen·ti·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tangentieel | tangentiëler | tangentieelst |
verbogen | tangentiële | tangentiëlere | tangentieelste |
partitief | tangentieels | tangentiëlers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tangentieel
- met de raaklijn samenhangend
- met betrekking tot de tangens
Antoniemen
- [1] radiaal
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord tangentieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tangentieel" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be