taalles
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- taal·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalles | taallessen |
verkleinwoord | taallesje | taallesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) een les met als doel, het aanleren van een taal
Synoniemen
Vertalingen
1. een les met als doel, het aanleren van een taal
Gangbaarheid
- Het woord taalles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "taalles" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be