taaiheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taai·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van taai met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud meervoud
naamwoord taaiheid taaiheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

taaiheid v

  1. (materiaalkunde) het vermogen energie op te nemen door te vervormen zonder te breken
    • De vezelachtige structuur verleent het materiaal een aanzienlijke taaiheid. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be