sympathie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sym·pa·thie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘medegevoel’ voor het eerst aangetroffen in 1634 [1]
  • met het voorvoegsel syn- en met het achtervoegsel -pathie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sympathie sympathieën
verkleinwoord sympathietje sympathietjes

Zelfstandig naamwoord

de sympathiev

  1. een gevoel van toegenegenheid
    • Hij had daar totaal geen sympathie voor. 
    • Ik koester geen bijzondere sympathie voor het Rusland van tsaar Poetin. En zeker niet voor zijn autoritaire manier van heersen die praktisch geen opponent duldt. Waar ik wel sympathie voor heb is de rechtsstaat, zijn wetten en het heilige principe dat je onschuldig bent totdat het tegendeel is bewezen. [3] 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen