swipe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- swipe
Woordherkomst en -opbouw
- de stam van swipen ww zonder de uitgang -en, waarbij de -e blijft staan om de Engelse uitspraak aan te geven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
swipen |
swipe
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van swipen
- Ik swipe.
- gebiedende wijs van swipen
- Swipe!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van swipen
- Swipe je?
- aanvoegende wijs van swipen
- Wie kieskeurig is, swipe naar believen. (archaïserend)
Engels
Uitspraak
- IPA: /swaɪp/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
swipe | swipes |
Zelfstandig naamwoord
swipe
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to swipe |
he/she/it | swipes |
verleden tijd | swiped |
voltooid deelwoord |
swiped |
onvoltooid deelwoord |
swiping |
gebiedende wijs | swipe |
Werkwoord
swipe
Synoniemen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels