svindle

Uit WikiWoordenboek


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • svind·le
Naar frequentie 24501
vervoeging
onbepaalde wijs svindle
tegenwoordige tijd svindler
verleden tijd svindla
svindlet
voltooid
deelwoord
svindla
svindlet
onvoltooid
deelwoord
svindlende
lijdende vorm svindles
gebiedende wijs svindl
svindle
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

svindle

  1. overgankelijk bedrog plegen, bedriegen, frauderen, knoeien, oplichten
  2. overgankelijk afzetten, bedonderen, bedotten, beduvelen, beetnemen, besodemieteren, bezwendelen, foppen, misleiden, spieken, valsspelen, zwendelen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • svindle en for noe
iemand oplichten voor iets
  • svindle til seg noe
door bedrog iets weten te verkrijgen

Werkwoord

svindle

  1. gebiedende wijs van svindle
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • svind·le
vervoeging
onbepaalde wijs svindle
svindla
tegenwoordige tijd svindlar
verleden tijd svindla
voltooid
deelwoord
svindla
onvoltooid
deelwoord
svindlande
lijdende vorm svindlast
gebiedende wijs svindl
svindla
svindle
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

svindle

  1. overgankelijk bedrog plegen, bedriegen, frauderen, knoeien, oplichten
  2. overgankelijk afzetten, bedonderen, bedotten, beduvelen, beetnemen, besodemieteren, bezwendelen, foppen, misleiden, spieken, valsspelen, zwendelen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

svindle

  1. gebiedende wijs van svindla
Schrijfwijzen

Werkwoord

svindle

  1. gebiedende wijs van svindle
Schrijfwijzen