suicidium

Latijn

Uitspraak

• IPA: (klassiek) /ˌsʊʷɪˈkiːdɪʲʊ(m)/

Woordherkomst en -opbouw

• Laatlatijnse samenstelling van suus met het achtervoegsel -cidium, gevormd naar het voorbeeld o.a. van parricidium. Het klassiek Latijn kende geen afzonderlijk woord voor zelfmoord.

Zelfstandig naamwoord

sŭĭcīdĭum o

1. zelfmoord

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	sŭĭcīdĭum	sŭĭcīdĭa
genitief	sŭĭcīdĭī	sŭĭcīdĭōrum
datief	sŭĭcīdĭō	sŭĭcīdĭīs
accusatief	sŭĭcīdĭum	sŭĭcīdĭa
vocatief	sŭĭcīdĭum	sŭĭcīdĭa
ablatief	sŭĭcīdĭō	sŭĭcīdĭīs

Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

suicidium o

1. zelfmoord

Synoniemen

• sebevražda

Verwante begrippen

• suicidalita, suicidální, suicidiální