sudokuen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sudokuen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• su·do·ku·en

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van sudoku.

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
sudokuen	sudokude	gesudokuud
zwak -d	volledig

Werkwoord

sudokuen

1. inergatief, (spel) het spelen van een invulspel met cijfers afkomstig uit Japan

   • Zij sudokuut veel te veel. 

Vertalingen

    1. het spelen van een invulspel met cijfers afkomstig uit Japan   

Limburgs: sudokure (li)

Gangbaarheid

• Het woord sudokuen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.