subsidiair

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·si·di·air
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vervangend’ voor het eerst aangetroffen in 1830 [1]
  • afgeleid van het het Franse subsidiaire of het Latijnse 'sedēre' (zitten) met het voorvoegsel sub- met het achtervoegsel -air [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen subsidiair subsidiairder subsidiairst
verbogen subsidiaire subsidiairdere subsidiairste
partitief subsidiairs subsidiairders -

Bijvoeglijk naamwoord

subsidiair

  1. in de plaats tredend van wat in de eerste plaats verlangd of gevraagd wordt
    • Hij werd in subsidiaire hechtenis genomen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen