studentenkaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stu·den·ten·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van student en kaart met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studentenkaart | studentenkaarten |
verkleinwoord | studentenkaartje | studentenkaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kaart bij een abonnement speciaal voor studenten waarmee men toegang heeft tot iets
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord studentenkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.