strijden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
strijden strijdend
strijd gestreden
- strijdbaar
Uitspraak
Woordafbreking
  • strij·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
strijden
streed
gestreden
klasse 1 volledig

Werkwoord

strijden

  1. inergatief ondanks weerstand een doel proberen te bereiken
    • Er werd zwaar gestreden om het bezit van Stalingrad. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Met open vizier strijden
openlijk zijn en eerlijk uitkomen voor de eigen mening in een conflict
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de strijdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord strijd

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be