streed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- streed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
strijden |
streed
- enkelvoud verleden tijd van strijden
- Ik streed.
- Jij streed.
- Hij, zij, het streed.
- Ik streed.
Gangbaarheid
- Het woord streed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "streed" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be