streamt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • streamt

Werkwoord

vervoeging van
streamen

streamt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van streamen
    • Jij streamt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van streamen
    • Hij streamt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van streamen
    • Streamt!